Vandaag is het Goede Vrijdag. De inhoud van die dag symboliseert de tijd waar we nu in zitten, een tijd van lijden en sterven. Steeds meer mensen moeten iemand missen door het Corona-virus. Veel mensen hebben daardoor verdriet. Sterfte treedt vooral op onder ouderen en andere kwetsbaren die reeds iets onder de leden hadden. Met name deze risicogroep wordt getroffen door angst en eenzaamheid.
Die ervaringen zijn helaas niet alleen kenmerkend voor deze crisistijd. Ouderen en andere kwetsbaren worden mogelijk te weinig gewaardeerd in onze samenleving. Net als de antieke Grieken overwaarderen wij het mooie en het krachtige. Is deze tijd een kans om daar iets aan te doen?
Mogelijk hebben we zelf zo’n hekel aan ouder worden en andere kwetsbaarheden dat we daardoor lastig om ouderen en andere kwetsbare mensen kunnen geven. Deze groepen confronteren ons met wat voor onszelf onvermijdelijk is, minder mooi en minder krachtig worden. Die onvermijdelijkheid accepteren we niet graag.[1] Er schijnt zelfs een verband te zijn tussen de angst voor ouder worden en de hekel aan ouderen.
Hoe kunnen we dit omkeren? Zouden we vrede kunnen sluiten met ons verouderingsproces en daarmee ook ouderen kunnen liefhebben?[2] We moeten ons verzoenen met onze eigen angst voor ouderdom en andere kwetsbaarheden zodat we beter de angst en de hoop van ouderen en kwetsbaren kunnen verstaan.[3] Wat maakt het waard om van ouderdom te houden? Zelfs in alle kwetsbaarheid die het heeft, behoort het tot de gift van het leven.
Geven om iemand is het goede zoeken voor een persoon, vanwege die persoon. Je behandelt iemand naar zijn of haar waarde. Mogelijk is de beste manier om om een ander te geven eerst om jezelf geven.[4] Dit klinkt een beetje gek en misschien zelfs egocentrisch, maar zo wordt het niet bedoeld. Met geven om jezelf bedoelt De Lange geven om het leven van jezelf, of geven om de gift van het leven. Kunnen we ons bestaan aannemen als een gift?[5] Ja, door om jezelf te geven. Geven om jezelf is het bevestigen van de gift van het leven. Die bevestiging kent waarde toe aan ons bestaan.[6]
Soms heb ik het gevoel dat ik het eeuwige leven en alle tijd hier op aarde heb. De eerste keer dat ik het tegendeel realiseerde was toen mijn vader plotseling overleed. Het virus laat ons opnieuw zien dat dit niet het geval is. Het leven is eindig. Het cadeau is een keer opgebruikt. En als je je dat realiseert, dan word je wat je bent. Je bent een gift, maar een vergankelijke gift.[7]
Die eindigheid is niet alleen voor mijzelf van toepassing, maar ook voor de ander. Als sociale dieren kunnen we alleen gelukkig leven als we ons openstellen voor de ander. Laat dat nu juist in deze tijd van ‘intelligente lockdown’ lastig zijn.
‘Geven om’ verwacht geen wederkerigheid, dat is iets goeds van de ander. Het kijkt niet naar wat de ander doet, maar naar wat de ander is, een gift.[8] Ik zou om de ander moeten geven, zoals ik ook om mijn eigen leven - mijn eigen gift - geef.[9] Het geven om mijzelf functioneert volgens De Lange als een model voor het geven om de ander.
Deze ethiek hoort voor de ouderen en kwetsbaren ontvangend te zijn en niet gevend. Het gaat dus niet als bij een Eudaimonistische benadering om het goede leven door een oudere of kwetsbare, zodat hij of zij kan laten zien dat er ondanks de ouderdom en andere kwetsbaarheden alsnog excellent geleefd kan worden. Nee, het gaat erom wat ik kan doen voor hen om hun leven beter te maken.
“Hoe doe ik dat?”
“Houd van je oudere en kwetsbare naaste, zoals je ook van je eigen ouderdom en kwetsbaarheid houdt.”
“Maar dat kan niet, want ik houd niet van kwetsbaarheid”.
“Dat is jammer, want kwetsbaarheid behoort tot dezelfde gift. En die gift had je zojuist in dankbaarheid ontvangen.”
“Nu blijkt deze gift naast vergankelijk ook nog eens kwetsbaar te zijn”.
“Tja, je mag een gegeven paard niet in de bek kijken. De wereld is niet perfect en daar verander jij niets aan.”
“Maar ik heb het wel in mijn macht om mijn leven en het leven van de ander op waarde te schatten.”
“Juist, - in alle broosheid - .”
Als het geven om jezelf als model dient voor het geven om de ander en ik ook om mijn oudere kwetsbare leven leer geven, dan geef ik ook om de oudere kwetsbare ander. In een ethiek van ‘geven om’ gaat het om de vraag wat voor ons beiden goed is, wat mijn eigen vergankelijke kwetsbare gift alsook de gift van de ander het beste dient.[10] Daardoor participeren we in relaties. We communiceren over wat goed is voor onszelf en voor de ander. We passen ons op de ander aan.
Nu zo’n virus om zich heen grijpt – soms lijkt het willekeurig – zijn we allemaal kwetsbaar en is de dood soms angstvallig dichtbij. Misschien kunnen we ons nu beter inbeelden wat al heel lang door heel veel geïsoleerde oudere en kwetsbare mensen wordt ervaren. Laten we elkaar helpen en steunen waar het kan. Laten alle ouderen en kwetsbaren om hulp vragen als zij er niet uitkomen. Jullie zijn een gift. Laat niemand je ooit wat anders vertellen.
[1] De Lange, Loving Later Life. An Ethics of Aging (Kindle Edition), 62.
[2] De Lange, 71.
[3] De Lange, 79.
[4] De Lange, 28.
[5] De Lange, 30.
[6] De Lange, 33.
[7] De Lange, 45.
[8] De Lange, 36.
[9] De Lange, 37.
[10] De Lange, 52.