Getuigen als een graankorrel (Preek 16-7)

Gepubliceerd op 2 augustus 2023 om 21:30

Het thema van deze dienst was ‘getuigen als een graankorrel’. Met de gemeente las ik over de graankorrel als symbool in de vergelijking van Jezus en hoe deze vergelijking een rol speelde in het leven van mensen in de vroege kerk en hoe die vergelijking een rol kan hebben in ons eigen leven.

 

Gebod- en genadeverkondiging: Johannes 12:20-26.

Het Gebod is: “Laten we zelf zo’n graankorrel zijn!”. Wat dat betekent heb ik uitgewerkt in de onderstaande preek.

Schriftlezing: Handelingen 6 & 7:1-2a

 

Preek: Getuigen als een graankorrel

Link naar opname: https://youtu.be/sFvEI1YmJ7E

De preek begint ongeveer vanaf 41:45.

 

Inleidende opmerkingen

In de Schriftlezing lazen we over een synagoge in Jeruzalem, waartoe ook Joden uit Alexandrië behoorden. Voor deze preek wil ik jullie graag meenemen naar die stad, naar het Alexandrië van de tijd van Jezus. Ik wil jullie meenemen op een reis om zowel een Griekssprekende jood beter te begrijpen, alsook de reden waarom Jezus juist de vergelijking van de graankorrel tegen de Griekssprekende Joden vertelde. En vervolgens zal ik aantonen dat ook wij een rol spelen in dit verhaal.

 

Alexandrië

Alexandrië lag aan de Middellandse Zee in het noorden van Egypte. Het was een bruisende stad vol pracht en praal. Het diende als een belangrijk centrum van handel, kennis en cultuur in het oude Romeinse rijk. De stad Alexandrië was een architectonisch meesterwerk met brede straten en indrukwekkende gebouwen. Het was de thuisbasis van een diverse bevolking, bestaande uit Egyptenaren, Grieken, Romeinen, Joden en mensen uit verschillende delen van het Middellandse Zeegebied. Alexandrië was ook beroemd om zijn rol als graanopslag van het Romeinse rijk. Graanschepen uit Egypte brachten enorme ladingen graan naar de stad, dat vervolgens werd opgeslagen in enorme graansilo's. Het graan werd geëxporteerd naar verschillende delen van het rijk om de groeiende bevolking te voeden.

 

Het bruisende Alexandrië van de eerste eeuw had ook een grote joodse gemeenschap en een eigen joodse wijk. Het Hellenistische of Griekse jodendom had zich ontwikkeld na de verovering van Alexander de Grote op Egypte. De Griekse cultuur had een sterke invloed op de joodse gemeenschap in Alexandrië. Het Griekse jodendom was een fusie van de joodse tradities en de Griekse filosofie. Veel joden in Alexandrië omarmden de Griekse taal en levensstijl, terwijl ze hun joodse geloof behielden. Deze Griekse joden namen deel aan de samenleving en speelden een actieve rol in de handel, de filosofische kringen en de politiek van de stad. De Griekse joden in Alexandrië waren ook betrokken bij filosofische discussies. Ze vertaalden daarvoor de Hebreeuwse Bijbel in het Grieks. Dat resulteerde in de beroemde Griekse vertaling; de Septuagint. Deze vertaling speelde een belangrijke rol bij het verspreiden van joodse ideeën buiten de Joodse gemeenschap zelf.

 

Een joodse man

In het bruisende Alexandrië van de eerste eeuw leefde een joodse man die zijn plaats in deze omgeving niet meer kon vinden. Misschien ervoer hij meer dan anderen de leegheid van de volle wereldstad en de anonimiteit van de drukte. Misschien had hij een gebroken hart doordat de liefde van zijn leven was uitgehuwelijkt aan een ander, waardoor de fundamenten van zijn eigen liefhebben onder hem vandaan waren verbrokkeld. Deze joodse man voelde zich onrustig en zocht naar iets diepers, iets van betekenis die kon doordringen tot de donkerste krochten van zijn eenzame ziel. Deze man verlangde naar een diepgaandere verbinding met zijn geloof en zijn medegelovigen.

 

Via graanschip op bedevaart
Samen met zijn vrienden besloot hij deel te nemen aan een bedevaart naar Jeruzalem om daar het Pesachfeest te vieren, het feest dat over de bevrijding uit Egypte gaat. Hij hoopte dat deze reis hem dichter bij zijn geloof zou brengen en antwoorden zou bieden op geloofsvragen. Hij en zijn vrienden vertrokken met een graanschip vanuit de drukke haven van Alexandrië. Terwijl ze over de Middellandse Zee voerden, bood de rustige omgeving van het water en de uitgestrektheid van de horizon hem gelegenheid tot reflectie. Misschien gaf het contact met de natuur en de afstand van alle afleidingen van Alexandrië hem hoop dat hij in Jeruzalem de zingeving zou vinden.

 

Jeruzalem en Jezus

Aangekomen in Jeruzalem, werd hij overspoeld door de religieuze energie die er heerste. De stad was vol met pelgrims van verschillende achtergronden, allen samen gekomen om het Pesachfeest te vieren. De joodse man nam deel aan de tempeldiensten en de rituelen, waarbij hij de verbondenheid met zijn geloof en geschiedenis voelde. Tijdens zijn verblijf in Jeruzalem had de joodse man de gelegenheid om te luisteren naar rabbijnen die de Thora onderwezen. Hij voerde diepe gesprekken met andere pelgrims. Deze interacties brachten hem nieuwe perspectieven, maar ze gaven hem niet de zingeving en de antwoorden waar hij naar zocht.

 

De joodse man hoorde geruchten over een bijzondere leraar die zelfs door sommigen Messias werd genoemd. De verhalen over Jezus van Nazareth wekten zijn nieuwsgierigheid. Op een dag zag de joodse man Jezus te midden van een menigte. Hij voelde een onverklaarbare aantrekkingskracht en besloot de moed te verzamelen om dichterbij de Leraar te komen. De joodse man benaderde een van de discipelen, Filippus. Filippus was zelf een Griekssprekende jood. De joodse man vroeg Filippus om een ontmoeting met Jezus. De discipelen brachten het verzoek over aan Jezus.

 

De ontmoeting tussen de joodse man en Jezus was een belangrijk moment waarop de joodse man zijn zoektocht naar zingeving verbindt met de persoon en boodschap van Jezus. Het gesprek met Jezus ging over een graankorrel (zie de genoemde passage uit Johannes 12) en het opende zijn ogen voor een nieuwe dimensie van loslaten en van liefhebben.

 

Begrip van de vergelijking

De joodse man uit Alexandrië, die bekend was met de handel in graan, zal de vergelijking met de graankorrel begrepen hebben. Hij was getuige geweest van de enorme hoeveelheden graan die werden vervoerd op de graanschepen uit Alexandrië. Hij was zelf op een graanschip met zijn vrienden naar Jeruzalem gekomen. Hij begrijpt dat Jezus het beeld van de graankorrel die sterft en vervolgens veel vrucht draagt, gebruikt om te verwijzen naar zijn eigen komende dood en opstanding en het voortbrengen van veel vrucht, namelijk de verspreiding van het evangelie en de groei van de gemeenschap van gelovigen in het Koninkrijk van God.

 

De ervaring van de joodse man met de graanschepen zou hem hebben geholpen om de vergelijking die Jezus maakte, te verbinden met het fysieke proces van zaaien, sterven en vrucht dragen in de natuurlijke wereld en de waarheid die Jezus presenteerde over zijn eigen dood en opstanding. Deze connectie met de graankorrel zou hem hebben aangemoedigd om zijn joodse geloof te vernieuwen en te begrijpen dat de moeilijkheden en offers die hij mogelijk moest doorstaan in zijn zoektocht naar de waarheid, vruchtbaar zouden zijn.

 

De nieuwe gemeenschap

De joodse man voelde zich aangetrokken tot de boodschap van Jezus en de gemeenschap van volgelingen die zich rondom Jezus had gevormd. Hij werd een lid van de Jezus-beweging en voelde zich thuis in deze nieuwe gemeenschap. In deze gemeenschap vond hij een plek waar hij zijn geloof in God kon verdiepen, zijn vragen en verlangens kon delen en betrokken kon zijn. Als lid van de Jezus-beweging nam de joodse man deel aan bijeenkomsten en gemeenschappelijke maaltijden, waar hij de boodschap van Jezus en het leven met Jezus verder verkende en deelde met andere volgelingen. Binnen de Jezus-beweging vond de joodse man ook gelijkgestemde medegelovigen, zowel uit de Hebreeuwssprekenden joden als uit de Griekssprekende joden. Hij deelde zijn ervaringen, vragen en inzichten met hen. Samen groeiden ze in hun geloof en ondersteunden ze elkaar op hun geloofszoektocht.

 

Hij vond vriendschap, gemeenschap en steun binnen deze diverse groep mensen, die allemaal hun eigen unieke achtergronden en verhalen hadden. Hij vond in de Jezus-beweging precies datgene waar hij naar had gezocht: een diepere verbinding met zijn zusters en broeders in een gemeenschap die betekenis gaf aan zijn eerdere eenzaamheid. Hij leerde waarom graan nooit alleen groeit. Het groeit in het gezelschap van vele andere graankorrels tot een samenhangend graanveld. Hij vond het mooi om te zien dat zijn eigen gemeenschap net zo’n eenheid vormde als de graanvelden in Egypte.  

 

Na de kruisiging van Jezus ervoeren de volgelingen van Jezus een periode van rouw en verwarring. Maar ze werden opnieuw aangemoedigd en gesterkt toen Jezus opstond uit de dood en begonnen het evangelie te verspreiden en een boodschap van hoop en verlossing te verkondigden, te beginnen in Jeruzalem.

 

Stefanus als de joodse man

Stefanus zou wel eens zo’n joodse man kunnen zijn geweest. Al snel werd hij door zijn gemeenschap erkend als een man vol van wijsheid en bezield met de Heilige Geest. Hij vervulde zijn rol als een diaken, waarbij hij zorg droeg voor de behoeften van de gemeenschap. Maar zijn vastberadenheid en enthousiasme in het debat met andere Griekse joden in Jeruzalem brachten ook tegenstand met zich mee. Het vervreemde hem misschien een beetje van zijn eigen gemeenschap. De andere leden dachten misschien zoiets als: “Stefanus, je gaat wel erg hard, je denkt wel erg groots. Kalm aan.” Ook werd Stefanus geconfronteerd met vijandigheid van tegenstanders van de Jezus-beweging. Dat monde uit in een juridisch proces bij het Sanhedrin. Stefanus wordt gearresteerd en vastgezet in een van de kamers in het tempelcomplex.

 

Mogelijk gesprek met Saulus

Wanneer ik nadenk over Stefanus vlak voor zijn proces, beeld ik hem in als een geketende gevangene die door Saulus wordt bezocht. Saulus was voorafgaand aan zijn roeping door Jezus een soort officier van justitie van het Sanhedrin. Ik zie het zo voor me dat Saulus vanaf de deuropening naar Stefanus toe sluipt en Stefanus spottend aanspreekt: “Ah, Stefanus, de Griekse jood die een zoeker werd en zijn toevlucht vond in de Jezus-beweging. Ik moet zeggen, je hebt je vastberadenheid getoond in je debatten met anderen. Nu willen de mensen graag weten hoe het debat eindigt. En ik denk dat niets minder dan een vervolging passend zou zijn voor jou, Stefanus. Wat zou er mooier zijn dan de diepgelovige, wijze christen te straffen als een godslasteraar?

 

Misschien zou Stefanus vragen: “Zou je me echt illegaal ter dood laten veroordelen, Saulus?” Want het was illegaal voor het Sanhedrin om de doodstraf uit te voeren buiten de Romeinen om. Misschien heeft Saulus wel met arrogante toon gereageerd: “Waarom niet? Ik ben een student van Gamaliël, een Romeins staatsburger. Illegaal of niet, wie gaat mij iets maken?” En misschien vertelde Stefanus wel over zijn ontmoeting met Jezus. “Toen ik de Messias ontmoette, sprak Hij woorden die ik nog steeds in mijn hart hoor. Hij zei: "Als een graankorrel niet in de aarde valt en sterft, blijft het één graankorrel, maar wanneer hij sterft brengt hij veel vruchten voort" Deze woorden hebben diepere betekenis voor mij gekregen. Het betekent dat zelfs als je een van ons doodt, het Koninkrijk zal blijven voortleven. En misschien wel krachtiger en groter dan ooit tevoren.

 

Paulus zou misschien zo kunnen hebben gereageerd: “Zou jouw Messias dat ook hebben gedacht toen hij de dood van een crimineel stierf?” En ten slotte zou Stefanus kunnen hebben gezegd: “Saulus, door die dood, die dood aan het kruis, werd hij ook jouw Messias. Uiteindelijk zal je het begrijpen. Zijn offer was niet alleen voor degenen die in hem geloven, maar ook voor degenen die Hem nu nog afwijzen. Zijn genade en liefde reiken verder dan we ons kunnen voorstellen. Zijn dood bracht verzoening en hoop voor iedereen. Je hoeft het maar te omarmen Saulus.” Het gesprek kan zijn geëindigd terwijl Saulus diep in gedachten verzonken de gevangeniscel verlaat. Stefanus blijft vertrouwen op God, ongeacht de beproeving van het proces en de doodsbedreiging. Stefanus hield niet op met het delen van het goede nieuws van Jezus. En dat koste hem iets. We weten hoe zijn verhaal eindigt. Het koste zijn leven.

 

In zijn leven en dood weerspiegelde Stefanus de boodschap van Jezus over de graankorrel. Hij begreep dat ware vrucht voortkomt uit het loslaten van eigenbelang en trouw zijn aan de boodschap van Jezus over het koninkrijk van God. Door zijn toewijding werd Stefanus een voorbeeld voor de gemeenschap om zich in te zetten voor de verspreiding van het goede nieuws.

 

Toepassing

Stefanus werd een geloofsheld, iemand die standvastig was in zijn overtuigingen en bereid was om een graankorrel te worden. Staan wij bekend als diepgelovig, wijs en bezield door de Heilige Geest? Zijn wij bereid om die graankorrel te zijn, om ons eigenbelang los te laten en te leven voor het Koninkrijk? Het is mooi om te lezen over een geloofsheld zoals Stefanus en jullie begrijpen dat ik het ook mooi vind om na te denken over zijn mogelijke achtergrond. Maar zelf een geloofsheld worden? Een voorbeeldpersoon? Een graankorrel? Is dat überhaupt mogelijk?

 

We hebben geloofshelden nodig in onze tijd, we hebben moedige mensen nodig. Ik geloof dat er in elk van ons toch een geloofsheld schuilt. Als maar de schil van onze graankorrel afvalt, dan komt het tevoorschijn. Een geloofsheld zijn, heeft niets te maken met een specifieke positie, titel of charisma. Het gaat eerder om de innerlijke houding en het karakter van een persoon. Geloven als een graankorrel, zelfopofferend zijn en vruchtbaar zijn, gaat over het uitleven van ons geloof in ons dagelijks leven, ongeacht onze rol of status.

 

Geloofshelden zijn degenen die in hun dagelijks leven het karakter van Jezus weerspiegelen, juist als ze geen leiderschapsposities bekleden. Ze kunnen mensen zijn die zorg dragen voor hun gezinnen, buren, collega's of gemeenschappen. Ze kunnen mensen zijn die gewoon hun geloof trouw leven, zonder veel ophef, maar wel een blijvende impact hebben op de mensen om hen heen. Zelfopoffering betekent concreet dat we onze tijd, middelen en talenten delen om anderen te dienen en te ondersteunen. Het kan betekenen dat we bereid zijn om comfort op te geven om anderen te helpen.

 

Waarheid spreken

Ons comfort staat misschien nog wel het vaakst op het spel als van ons de bereidheid wordt gevraagd om de waarheid te spreken. Die waarheid vat ik in brede zin op: zowel spreken over het Evangelie, alsook opkomen tegen misstanden in de samenleving. Stefanus is een inspirerend voorbeeld van iemand die vasthield aan de waarheid, zelfs onder druk van vervolging. Stefanus zweeg niet toen hij geconfronteerd werd met valse beschuldigingen en tegenstand. Hij gaf niet toe aan de druk om zijn overtuigingen te verloochenen of zijn boodschap te verzwakken. Maar het spreken van de waarheid kan ook uitdagend zijn en confrontaties met zich meebrengen. Het kan betekenen dat we tegen de stroom ingaan, onpopulaire standpunten innemen of weerstand ondervinden van anderen.

 

De taal waarin we ons uitdrukken

Stefanus keek de wereld in met een pure onverstoorbare kalmte die de liefdevolle aanwezigheid van God weerspiegelde voor de mensen om hem heen. Zijn gezicht leek immers op dat als dat van een engel (zie de passage uit Handelingen 6) Liefdevol over de waarheid spreken, betekent ook dat we ons verstaanbaar maken om het Evangelie op een begrijpelijke manier voor te leven. Het vermogen van Stefanus om zowel de taal van de Joden als die van de Grieken te spreken, maakte hem in staat om de boodschap van het geloof op een breder publiek over te brengen.

Het begrijpen van de taal van de wereld om ons heen betekent dat we ons aanpassen om de boodschap van het evangelie op een relevante en begrijpelijke manier over te brengen. We mogen een taal van genade, liefde en hoop spreken, zodat mensen zich begrepen en geliefd voelen. Laten we ons laten inspireren door Stefanus en streven naar bekwaamheid in ons getuigenis. We mogen net als hem bereid zijn te luisteren, begrijpen en anderen ontmoeten waar zij op dat moment zijn in hun leven. Vriendelijkheid, begrip, luisteren en bereidheid om anderen te steunen, dragen bij aan vruchtbaarheid. Kunnen we zelf geloofshelden zijn, zoals Stefanus?

 

Ander soort geloofsheldendom

Als we realistisch naar onszelf kijken, zouden we waarschijnlijk concluderen dat we falende gelovigen zijn en zeker geen helden. Ik vermoed dat Stefanus zichzelf geen held voelde op het moment dat hij voor het Sanhedrin stond. Hij werd niet omringd door een juichende menigte. Zelfs de apostelen waren niet aanwezig bij zijn proces. Er staat in de Bijbel dat nadat Stefanus illegaal was gestenigd, hij werd begraven door ‘vrome mannen’. Niet door een liefhebbende vrouw, niet door familie of vrienden, maar mannen uit zijn kerk die hem vanuit vroomheid begroeven. Dat betekent dat zij de religieuze plicht voelden, zich verplicht voelden, om het dan maar te regelen. Dat voelt niet als een heldenfilm, maar als een tragedie.

 

Maar toen Lukas zijn onderzoek ging doen voor zijn Evangelie en het boek Handelingen zag hij Stefanus wel als een held. Want Lukas wist dat wanneer God heldhaftigheid van ons vraagt, dat niet gericht is op een persoonlijk heldendom. Wij zijn het niet die moeten redden, wij mogen deelnemen aan het verlossingsproces van de wereld waarin Jezus als redder en verlosser de ultieme held is. Onze heldhaftigheid wordt gekenmerkt door volharding in ons geloof, zelfs als we falen, zelfs als we eenzaam zijn, wetende dat God in staat is om iets moois te laten groeien uit onze gebrokenheid.

 

Een ander oud verhaal ter illustratie van dit idee

Ik sluit af met een oud verhaal over een man die zijn been verloor. De man trok zich terug in een klooster en voelde zich gebroken over wat hem was overkomen. Zijn diepe verdriet was terug te zien in de tekeningen die hij maakte; hij tekende gebarsten vazen en andere beschadigde voorwerpen. Later besefte hij dat zijn gebrokenheid een opening was voor het licht van God om binnen te komen in zijn ziel. Zijn tekeningen werden daar het symbool van.

 

Dit verhaal herinnert ons eraan dat zelfs als we gebroken zijn, er nog steeds hoop is. Onze gebreken en tegenslagen maken deel uit van ons verhaal, maar ze definiëren niet wie we zijn. Juist in onze kwetsbaarheid kunnen we groeien en Gods liefde en genade laten zien aan anderen. Laten we het daarom steeds opnieuw proberen. Laten we volharden in ons geloof en ons laten leiden door Gods genade, wetende dat zelfs als we vallen, er iets moois kan groeien uit de barsten van de schil van onze eigen graankorrel. Misschien is het al heldhaftig genoeg om vol te blijven houden en Gods licht door onze gebrokenheid te laten schijnen. Laat de voorbeelden van Stefanus en de graankorrel ons inspireren om geloofshelden te zijn, niet in eigen kracht, maar in de kracht van God die werkt in en door ons heen. Laten we Gods liefde en genade zichtbaar maken. Ik geloof dat het graanveld van de Oostpoort rijp is voor de oogst.