Op zondagmiddag 7 juli mocht ik als theoloog in mijn kerk deelnemen aan een themamiddag over duurzaamheid. Toen mij werd gevraagd om een kort narratief te vertellen over waarom ik denk dat duurzaamheid een rol speelt in de Bijbel, heb ik de volgende punten genoemd.
1. Genesis: God als Schepper en de mens als plantaardige rentmeester
Genesis benadrukt God als de Schepper van alles wat bestaat. De schepping is door God geschapen en daarom waardevol. De mens is geschapen naar Gods evenbeeld en heeft de verantwoordelijkheid gekregen om voor de schepping te zorgen. Dit rentmeesterschap betekent dat we zorgvuldig en respectvol met de natuur en dieren moeten omgaan.
2. Het Koninkrijk van God: harmonie met de schepping
Het Koninkrijk van God wordt ook in verband gebracht met de schepping. In de zijn profetie schildert Jesaja een beeld van het koninkrijk van God waarin alle schepselen in vrede en harmonie leven. Dit benadrukt dat in Gods ideale wereld er geen exploitatie van de natuur is. Paulus schrijft in Romeinen over de hoop dat de hele schepping bevrijd zal worden van verval en uitbuiting.
3. De Kerkelijke gemeente als morele gemeenschap
Theoloog en ethicus Stanley Hauerwas benadrukt dat de kerk niet alleen christelijke ethiek predikt, maar zelf een belichaming van die ethiek mag zijn. De kerkelijke gemeenschap is een plek waar mensen van elkaar kunnen leren en elkaar kunnen bevragen op het gebied van duurzaamheid. Handelingen toont de vroege kerk als een dergelijke gemeenschap van delen en zorg voor elkaar en een houding van gedeelde verantwoordelijkheid. Paulus spreekt in Korintiërs over de kerk als één lichaam met vele leden, waarbij elk lid een unieke rol heeft. Dit kan worden toegepast op duurzaamheid: elke persoon heeft een eigen rol in de zorg voor de schepping, en samen vormen wij een gemeenschap die streeft naar een duurzame manier van leven. Om deze ideeën om te zetten in concreet handelen kan je bijvoorbeeld gebruik maken van de Micha-cursus, materialen van de Groene Kerken, de Groene Bijbel lezen en gemeenschappelijke acties en onderwijs organiseren. Er werd mij vervolgens gevraagd of ik ook persoonlijke dilemma’s ken op het gebied van duurzaamheid. Dat is natuurlijk het geval.
4. Dilemma's
Ik eet geen dieren. Wanneer ik probeer deze eetgewoonten buiten de deur consistent vol te houden, merk ik dat ik geneigd ben om een middenweg te bewandelen. Ik vind dat een prettige manier om mijn vrienden en familie niet te veel te belasten met de verantwoordelijkheid voor mijn eigen principes. Dat betekent dat ik vegetariër ben gebleven en nooit helemaal veganistisch ben gaan eten. Iedereen van mijn contacten kan goed rekening houden met vegetarisme, want een stukje dier is eenvoudig weg te laten. Ik hoef geen vervangers, ik eet thuis voldoende eiwitten. Deze pragmatische aanpak is voor sommigen hypocriet, maar voor mij werkt het goed. Zowel vriendschappen als dierenwelzijn zijn belangrijk voor mij, en dit voelt voor mij als een juiste afweging.
Er is nog een ander dilemma. Ondanks mijn wens om duurzamer te leven, heb ik moeite met het vinden van tijd om bewust te shoppen voor duurzame kleding en om het gebruik van plastic te verminderen. Vanwege mijn drukke leven loop ik vaak snel de supermarkt in en uit, waardoor ik vaak producten koop die met plastic zijn omhuld. Kleding koop ik vaak in de uitverkoop. Ik ga meestal naar winkels die ik ken, in plaats van nieuwe, duurzame opties te verkennen. Dagelijkse drukte maakt het soms lastig om duurzamere keuzes te integreren in het dagelijkse leven. Ik blijf het proberen.
Het was leuk om deel te nemen aan deze themamiddag. Met dank aan de organisatoren.