Afgelopen week is een verfilming van het leven van Tolkien uitgekomen in de bioscoop. Ik hoop er spoedig naartoe te gaan, want ik ben van jongs af aan een volger van de schrijver die ons onder andere ‘the Lord of the Rings’ en ‘the Hobbit’ heeft geschonken. Zijn verhalen gaan over avontuur en de magie van het reizen. Tijdens die reizen leren de hoofdpersonages zichzelf te bewijzen en hun plaats te ontdekken in het veranderen van de wereld. Het personage Bilbo wordt bijvoorbeeld door het personage Gandalf aangemoedigd met de woorden “De wereld is niet in jouw boeken en kaarten, het is daarbuiten” en “Thuis ligt nu achter je, de wereld in het vooruitzicht”.
Dezelfde thematiek speelt een rol in de toespraak van Stephanus in Handelingen 7. Stephanus kwam uit Alexandrië in Noord-Egypte, iets wat hij mogelijk verborgen aanhaalt in de verzen 17 en 22. De stad waarin het zogenoemde Hellenistische Jodendom bloeide met zijn eigen mega-Synagoge, was het thuis dat Stephanus had achtergelaten om het Israël van zijn voorouders te ontdekken. Hij was tijdens het leven of kort naar het overlijden van Jezus in aanraking gekomen met de boodschap over het Koninkrijk van God. Stephanus had als diaken van de vroege kerk zijn doel in het Koninkrijk gevonden.
Sommige mensen lezen in zijn toespraak slechts een droge herhaling van de geschiedenis van het Jodendom. Een Griekssprekende Jood als Stephanus vertelt echter alleen historische verhalen als ze ook diepere betekenissen bevatten. In zijn verhalen over Abraham, Jozef en Mozes maakt hij duidelijk dat de God van Israël niet gebonden is aan een land of een religieuze plaats, zoals de tempel. Gebondenheid met bodem was een kenmerk van lokale (af)goden. Stephanus betoogt dat Salomo een huis voor God bouwde, maar dat God niet in dergelijke huizen leeft (verzen 47-48, een verwijzing naar Jesaja 66:1-4). God wil volgens hem naar ‘daarbuiten’.
Pas na de toespraak van Stephanus, wordt het Woord buiten het beloofde land verkondigd. Misschien maakte zijn laatste toespraak - zijn ‘testament’ - zijn geloofsgenoten iets duidelijk, namelijk dat God is geen God van religie is, maar een God van avontuur.